In de voorgaande hoofdstukken heb je kennisgemaakt met het begrip algoritme. Algoritmen zijn besproken aan de hand van alledaagse handelingen. Je hebt algoritmen voor het maken van tekeningen zelf gebouwd in Java. Je hebt gebruikgemaakt van de basisstructuren waaruit elk algoritme is opgebouwd: het na elkaar uitvoeren van de opdrachten, de voorwaardelijke keuze en de herhalingsstructuur. Je hebt ook kennisgemaakt met objectgeoriënteerd programmeren en het opbouwen van een grafische interface.
Het soort toepassingen dat je hebt gemaakt, is beperkt. Het ging alleen om tekeningen. In het algemeen kun je natuurlijk programma's maken voor veel bredere toepassingsgebieden. In dit hoofdstuk bekijken we het programmeren vanuit een andere invalshoek. We kijken naar andere toepassingen: rekenen en sorteren. We kijken ook naar verschillende programmeertalen. We bekijken ook veel preciezer hoe je algoritmen, beschreven in PSD’s, omzet in programma's.
Het sleutelwoord is daarom het verbreden van je kijk op programmeren.