Update: 24 januari 2006

Opdracht


  1. Maak een presentatie in HTML. Het wordt afgeraden om gebruik te maken van uitgebreide HTML-editors, zoals FrontPage of Dreamweaver. Gebruik liever eenvoudige editors, zoals FirstPage of HTML-kit.

    Op school is alleen Kladblok of HTML-kit beschikbaar.

    Maak je toch gebruik van bovenstaande hulpmiddelen, zorg dan dat alle onzinnige code die door hen wordt gegenereerd uit je bestanden verdwenen is. Bij FrontPage kan hierdoor een bestand teruggebracht worden tot een derde van zijn eigenlijke omvang;

  2. Het onderwerp van de presentatie moet raakvlakken hebben met het vak informatica. Raadpleeg hiervoor bijvoorbeeld het informaticaboek:

    1. Een van de laatste 19 onderwerpen die in het theorieboek op blz. 73 wordt genoemd;
    2. een programmeertaal waarmee je als hobbyist erg goed uit de voeten kunt;
    3. randapparatuur waarvoor je een warme belangstelling hebt (bijvoorbeeld: digitale camera, nieuwe soorten extern geheugen of iets dergelijks);
    4. een of meer van de protocollen die binnen TCP/IP een rol spelen;
    5. meer wetenschappelijke onderwerpen, zoals: kunstmatige intelligentie of robotica;
    6. besturingssystemen anders dan Windows/Dos;
    7. of iets anders dat op een of andere wijze iets te maken heeft met informatica.

    Twijfel je over een onderwerp, raadpleeg dan zeker je docent, zodat je eventueel tijdig een beter onderwerp kunt bespreken;
  3. De presentatie moet voldoen aan de volgende vormvoorwaarden:

    1. Maak minimaal 5 schermpagina’s, maar maximaal 15 schermpagina´s;
    2. Zorg dat er een duidelijke openingspagina is en een duidelijke slotpagina. Verder moet iemand die toevallig langskomt, meteen kunnen zien waar de presentatie over gaat, ongeacht het moment waarop hij in de presentatie terechtkomt;
    3. Zet duidelijk in de presentatie door wie hij gemaakt is en wanneer je er voor het laatst aan gewerkt hebt;
    4. Zorg ervoor dat iedere pagina dezelfde achtergrond heeft;
    5. Neem minimaal één plaatje op de voorgrond in de presentatie op. Te grote plaatjes worden erg langzaam geladen. Daarom wordt een maximale grootte van 200 kB gesteld. BMP’s kun je met IrfanView verkleinen tot JPG’s;
    6. Laat minstens één van de teksteenheden of plaatjes bewegen;
    7. Geluid mag, maar houd er rekening mee dat op school geen afspeelmogelijkheden zijn in het instructielokaal. Je kunt op school dus niet testen;
    8. Zorg dat de tekst in onberispelijk Nederlands gesteld is.

  4. De presentatie moet voldoen aan de volgende inhoudelijke voorwaarden:

    1. Maak een informatieve site waarop je iets uitlegt over je onderwerp. Ga uit van een vraag, bij voorbeeld: Waarom is ADSL vaak sneller dan kabel?, of: Wat zijn de verschillen tussen GIF en JPG?, of: Hoe leg ik een thuisnetwerk aan?;
    2. Maak gebruik van minstens drie internetbronnen (niet kopiëren en plakken, maar verwerk de gevonden informatie);
    3. Schrijf daarbij niet te lange teksten. Die zijn onaantrekkelijk voor de sitebezoeker;
  5. Het hele elektronische dossier (inclusief de presentatie) moet opgeslagen worden op diskette of cd. Is de presentatie te groot voor een diskette, comprimeer deze dan en verdeel indien nodig de presentatie over meer diskettes. Voorzie ieder onderdeel duidelijk van je naam;

  6. Verder moet je van ieder scherm een leesbare print gemaakt hebben; deze lever je met de diskette(s) of cd in. Het afdrukken van schermen kan bijvoorbeeld netjes in een klein formaat naar een Word-document geplakt worden via (Alt-)PrtSc, switch naar Word, plakken. Géén HTML-code uitprinten;

  7. Zorg voor een degelijke verpakking van je werkstuk: controleer of diskette(s) of cd niet per ongeluk van de documentatie gescheiden kunnen worden;

  8. Maak een procesverslag. Neem daarin op:

    1. een inleiding met daarin:
      1. een uitleg over waar je Praktische opdracht over gaat;
      2. hoe je je onderwerp bepaald hebt;
      3. welke activiteiten je moest ondernemen voordat je aan de websitebouw zelf kon beginnen;
      4. hoe je de werkzaamheden gepland hebt (verwijs hierbij ook naar de bijlagen [zie onder])?
    2. een middendeel van één of meer hoofdstukjes waarin je je wederwaardigheden tijdens de siteontwikkeling vertelt, met daarbij natuurlijk een overzicht van je problemen:
      1. hoe heb je ze opgelost?
      2. wie heb je eventueel daarbij geraadpleegd?
    3. Natuurlijk een lijst van geraadpleegde bronnen (let op: www.google.nl is geen bron, maar een zoekmachine)
    4. tenslotte een evaluatie van het werk (hoe vond je het? Wat was leuk? Wat was vervelend?).

    5. twee bijlagen: één met een Plan-van-Aanpaktabel en één met een logboek. In dit logboek staat:
      1. wat je per dag gedaan hebt (vergeet de lessen niet!);
      2. hoelang je gewerkt hebt;
      3. tegen welke problemen je aangelopen bent; Er moet een duidelijk zichtbaar verband bestaan tussen plan van aanpak en logboek.

    6. Natuurlijk denk je aan een bladzijdenummering en een inhoudsopgave.

  9. Bij de beoordeling zullen de criteria uit de volgende paragraaf gehanteerd worden;

  10. De wijze van beoordeling en het gewicht van de praktische opdracht staat vermeld in het PTA.

  11. Te laat ingeleverde presentaties kosten per te laat ingeleverde werkdag een half punt op de eindbeoordeling.

TerugVerdeelsleutel