1 | Eén moet de eerste zijn. |
2 | Met z'n drieën gingen we naar de tweede voorstelling. |
3 | Met z'n hoevelen zaten jullie bij de derde voorstelling? |
4 | Hoeveelste werd Jury van Gelder? |
5 | Hij had op het vierde rapport vier onvoldoendes. |
6 | Omdat veel ouders waren komen opdagen waren alle stoelen bezet. |
7 | Sommige leerlingen uit de zesde klas moesten gaan staan. |
8 | Dit is zoveelste keer dat ik een kies moet laten trekken. |
9 | Verscheidene leerlingen haalden te veel onvoldoendes. |
10 | Weinig kinderen bemachtigden plaatsen op de middelste rijen van de bioscoop. |