Directe-indirecte rede Geef aan of de zin in directe of indirecte rede gebruikt wordt. Let op: de leestekens zijn bewust weggelaten. Je krijgt drie minuten de tijd...
Diagnostische toets
Directe rede is de letterlijke weergave van iemands woorden in een bijzin met hoofdzinvolgorde. In zinnen in de indirecte rede worden iemands woorden niet letterlijk, maar in een 'echte' bijzin weergegeven.
Hé blijf daar eens af riep de verkoopster tegen het jongetje dat een grote vaas in zijn handen had
Directe rede
Indirecte rede
De secretaresse vraagt wanneer ze de brieven moet versturen.
Indirecte rede
Directe rede
De vader van Emiel vroeg of wij mee gingen schaatsen
Indirecte rede
Directe rede
Proserpina antwoordde dat ze liever bij haar moeder was.
Indirecte rede
Directe rede
Hij zei dat ik hem maar om zeven uur moest komen afhalen.
Directe rede
Indirecte rede
Pluto zei tegen Ceres dat hij met haar dochter wilde trouwen.
Directe rede
Indirecte rede
Toen zei ze tegen me: Ik wil je nooit meer zien.
Indirecte rede
Directe rede
Heb jij nog meer vriendinnen? vroeg Cato aan Emma.
Indirecte rede
Directe rede
Jij bent ook mijn beste vriendin, zei Cato ik hoop dat we nog heel lang vriendinnen blijven
Directe rede
Indirecte rede
Hij zei: Ik ga met de trein naar Den Haag.
Directe rede
Indirecte rede
Of ik soms ook met de trein ging, vroeg hij mij.
Directe rede
Indirecte rede
Ramona’s oom vraagt: Wil je mee naar Madurodam?
Directe rede
Indirecte rede
De kapper zegt: Ik wil mijn grijze haar niet verven.
Directe rede
Indirecte rede
De leraar wiskunde zei: De toets is niet moeilijk.
Indirecte rede
Directe rede
Pluto zei: Ik geef haar niet terug!
Directe rede
Indirecte rede
Zal ik je naar huis brengen? vroeg hij verlegen.
Indirecte rede
Directe rede
Ceres beweerde dat Pluto niet zo'n geschikte kandidaat was.
Directe rede
Indirecte rede
Emma antwoordt: Ik heb nog twee andere vriendinnen, maar jij bent mijn beste vriendin.
Indirecte rede
Directe rede
Ellen vroeg me: Kom je nog langs?
Indirecte rede
Directe rede
Onder de toets fluisterde Eric wie heeft een gum voor mij te leen
Directe rede
Indirecte rede
De directeur merkt op dat er helaas enkele gedwongen ontslagen zouden vallen.
Indirecte rede
Directe rede
Marcus zegt dat de slang eng is.
Directe rede
Indirecte rede
De trainer stelde glimlachend vast dat iedereen vandaag goed in vorm is.
Indirecte rede
Directe rede
Caro’s vader wilde van de rector weten wat hij aan de diefstallen op school ging doen.
Indirecte rede
Directe rede
Jupiter zei: Proserpina moet de helft van het jaar bij Pluto zijn.
Indirecte rede
Directe rede
Ceres zei: Ik zorg niet voor de aarde, zolang ik Proserpina niet terug heb.
Indirecte rede
Directe rede
Vader zegt: Wat is het warm vandaag!
Directe rede
Indirecte rede
Toen zei ze tegen me dat ze me nooit meer wilde zien.
Indirecte rede
Directe rede
Ik vroeg hem op mijn beurt welke trein hij meestal nam.
Indirecte rede
Directe rede
Hij vroeg verlegen of hij haar naar huis mocht brengen.
Indirecte rede
Directe rede
Ga jij soms ook met de trein? vroeg hij mij.
Directe rede
Indirecte rede
Kom me maar om zeven uur afhalen, zei hij.
Directe rede
Indirecte rede
Ik vroeg hem op mijn beurt: Welke trein neem jij meestal?