Verwijswoorden kiezen

Gatenvuloefening

  
Vul de gaten in. Druk dan op "Antwoord controleren" om je antwoorden te controleren.
Je kunt ook op de "[?]"-knop drukken om een aanwijzing te krijgen. Let wel: je verliest punten, wanneer je hints of aanwijzingen vraagt!
Als je verwijst, gebruik je die en deze voor de-woorden; dat en dit voor het-woorden.
Met hij, zijn, hem verwijs je naar mannelijke woorden (m), met zij, ze en haar naar vrouwelijke woorden (v); naar onzijdige woorden verwijs je met het en zijn (o).

Vul een verwijswoord in
1Dat spookverhaal heb ik al vaak gehoord, maar ik vind elke keer weer spannend.
2Mijn fiets is gestolen; ik had niet op slot gezet.
3Weet jij waar de Multatulistraat is? Nee, ken ik niet.
4Hoe laat is het jeugdjournaal? begint om kwart voor zeven.
5Deze mobiele telefoon is veel goedkoper dan .
6Het gezin was weken spoorloos, maar is gisteren in Frankrijk teruggevonden.
7Kevin heeft hele werkboek wiskunde volgekrast met graffiti.
8Morgen komt ze op de radio, je kunt om negen uur horen in 'La Dolce Vila'.
9Vanochtend moest ik Luna uitlaten, maar ik was riem vergeten en toen is ze weggelopen.
10Bijna iedereen vond het proefwerk Frans moeilijker dan van Engels.
11Myrte is zo'n sloddervos: laat altijd overal wat liggen.
12Hoe hoog is het percentage tieners met een eigen budget voor kleren? ligt erg laag.
13Deze oranje schooltas vind ik veel mooier dan grijze.
14Het jonge hondje is door baasje in de steek gelaten.
15Vorig jaar was ze in Frankrijk, maar dit jaar brengt ze vakantie door in eigen land.